Frederiksoord: Lijst van huisraad voor een kolonistengezin (1818)

Bij de inrichting van de kolonistenwoningen was het uitgangspunt dat de armen zich moesten 'verheffen', hun leven op een hoger peil moesten krijgen. Natuurlijk zijn er werktuigen voor de landarbeid en voor het schoonhouden van het huis, maar er zijn ook attributen die uitsluitend bij de hogere stand voorkomen: een wastobbe, een zeepbak, twee handdoeken en zelfs een spiegel.

Ook kennismaking met een beschaafde slaapcultuur is voorzien. Er zijn kussens, dekens en beddelakens. De gedachte erachter: als mensen nette spulletjes hebben, gaan ze zich vanzelf netjes gedragen. Die gedachte was natuurlijk mooi, maar ging vaak niet op. Veel gezinnen brachten hun lakens naar de bank van lening in Steenwijk.