Familie Zwarteveen

De Familie Zwarteveen is met de familie Brandsma verbonden via Antje Bruinenberg, de vrouw van Gooitzen Lykeles Brandsma.

Antje is de dochter van Rindert Dirks Bruinenberg (1845 - 1906) en Maria Karstes Zwarteveen (1844 - 1901).

Op 10 februari 1812 neemt Jacob Gaukes uit Wolvega de familienaam Zwarteveen aan. Hij doet dat voor zichzelf en zijn kinderen Gauke (7 jaar) en Antje (2 jaar). Jacob is geboren in Noorderdrachten, dicht in de buurt van het hoogveengebied It Swartfean.  Ongetwijfeld heeft zijn keuze voor de familienaam ermee te maken dat hij zich als veenarbeider en turfmaker verbonden voelde met dit gebied.

Jacob is de zoon van Gauke Jacobs (ca. 1750 - 1813) en Grietje Arends (ca. 1750 - 1813). De exacte geboortedata van Gauke en Grietje, maar ook die van Jacob weten we niet, omdat ze behoorden tot de Mennonieten (Doopsgezinden). Deze volgelingen van kerkhervormer Menno Simons (1496 - 1561) kenden slechts de volwassendoop.

Het was gebruikelijk dat elke volwassene die zich wilde laten dopen en daarmee als volwaardig lid van de gemeenschap toetrad, zijn eigen geloofsbelijdenis schreef. Doopgezinden stonden er verder om bekend dat zij weigerden wapens te dragen en dus ook weigerden deel te nemen aan de schutterij of Nationale Militie.

Van Gauke en Grietje weten we de exacte datum van hun doop op belijdenis: 6 februari 1792.

Zoon Jacob trouwt op 1 mei 1803 in Wolvega met Rimkje Geerts Bron. Hun huwelijk wordt ingezegend door J.A. Frieswijk, leraar der Mennonieten te Drachten. Jacob en Rimkje vestigen zich in Wolvega. Daar worden hun zeven kinderen geboren.


Spinnenkopmolen van Karste Jacobs Zwarteveen

Karst Jacobs Zwarteveen (1818 - 1897) woonde met zijn gezin in een huisje bij de molen aan de Linde vlakbij Wolvega. Daar was Karst visser, ganzenflapper en molenaar. Hij had daar een goed bestaan. De man van één van zijn achterkleinkinderen schrijft daar in 1983 een artikeltje over in de Leeuwarder Courant :

Zo’n goeie honderd jaar geleden woonde een overgrootvader van mijn vrouws kant nog op een molen bij de brug over de Linde aan de westkant van de rijksstraatweg bij Wolvega. Het was Karst Zwarteveen, die daar molenaar op een watermolen was en visser. Voor die tijden een aardig goed bestaan. Hij had verdiensten van het malen en de paling die daar gevangen werd, was van een uitzondelrijk goede soort en lekker van smaak, en die konden ze goed verkopen. Hij had wel zestig fuiken en het was een heel karwei om die in orde te houden. ’s Winters breiden ze telkens weer nieuwe fuiken en er was veel werk om de visserij te onderhouden. Ook gebeurde het vaak dat visotters in de fuiken verward raakten en dan was alles kapot.
Begin mei moest de polder drooggemalen worden, want dan kwam het groeiseizoen er weer aan. De Linde was breed en wild en er waren nog geen sluizen. De landerijen stonden ’s winters blank. Als het dan waaide, werd er dag en nacht gemaald en dan had die man het behoorlijk druk, want het moest goed gaan. En hoe eerder de polders droog waren, hoe beter het was. Een paar keer is de molen afgebrand door de bliksem. Daar in de ruimte liepen de buien leeg en de molen was een mikpunt van de donder.

De spinnenkopmolen brandt af in 1916, waarna de huidige molen De Gooijer er wordt opgebouwd.


Huisje Karste Jacobs Zwarteveen (2007)

Karst en zijn vrouw Anna Elisabeth van der Veen (1822 - 1882) krijgen zes kinderen. Dochter Maria Karstes Zwarteveen trouwt
op 24 oktober 1868 in Wolvega met Rindert Dirks Bruinenberg.

Rindert Dirks Bruinenberg en Maria Karstes Zwarteveen
(oudst bekende familiefoto)

Maria en Dirk krijgen negen kinderen. Dochter Antje trouwt met Gooitzen Lykeles Brandsma.

Op de foto bij deze familiepagina Jacob Karstes Zwarteveen (1846 - 1933), de oom van Antje Bruinenberg.