Familie Batenburg

De Familie Batenburg is met de familie Brandsma verbonden via Anna Batenburg, de vrouw van Rindert Brandsma.

Onderstaand een vakantiefoto uit 1968. Geertruida Batenburg – Spaargaren staat met dochter Geertruida en zoon Gijsbertus bij het plaatsnaambord van het Gelderse plaatsje Batenburg. Als een levend drieluik lijken ze te willen zeggen: ‘Kijk, hier is het. We hebben het gevonden. Hier komen we vandaan.’ En dat terwijl hun leven zich afspeelde in Lisse, hun geschiedenis en die van hun ouders was verbonden met de Bollenstreek. Gelderland kwam er niet in voor. In de familie circuleerden wel verhalen. Dat de Batenburgen oorspronkelijk uit het Gelderse vestingstadje kwamen, misschien zelfs van adel waren. Maar heette je dan niet ‘Van Batenburg’? Een arme tak dan wellicht, van de kasteelheer met de dienstmeid? Niemand die het echt wist. Het werd ook niet onderzocht. Is de mythe niet altijd leuker dan de werkelijkheid?

Volgens de Nederlandse Familienamen Databank van het Meertens Instituut is Batenburg een familienaam die is gebaseerd op een toponiem. Dat houdt in dat de familienaam verwijst naar de plaatsnaam Batenburg. Daarvan is er maar één in Nederland: het Gelderse plaatsje Batenburg aan de Maas, niet al te ver van Nijmegen. Is hiervoor bewijs te vinden?

Tot op heden heeft niemand die familieonderzoek naar de Batenburgen heeft gedaan, een rechtstreeks verband kunnen aantonen.
Ik ook niet. In het Gelders Archief te Arnhem heb ik uitgebreid gezocht naar een link tussen de eerste Batenburg die we kunnen vinden en die opduikt in de Hoekse Waard en het plaatsje Batenburg. Zonder succes.

Toch is de afkomst uit het Gelderse Batenburg aannemelijk. In de Hoekse Waard, waar de naam Batenburg voor het eerst opduikt, komen heel wat familienamen voor die duiden op migratie. Nadat het grootste deel van de Hoekse Waard in 1421 ten onder ging in de St. Elisabethsvloed, werd het land in de 16e en 17e eeuw stukje bij beetje op de zee terugveroverd. Het drooggelegde gebied trok veel pioniers aan, omdat het goede grond was om op te verbouwen. Die pioniers kwamen overal vandaan. Veelal reisden ze zoals dat toen gebruikelijk was: via het water.

In de Hoekse Waard komen veel familienamen voor die verwijzen naar een plaatsnaam en wat verder opvalt, is dat het merendeel van deze plaatsen aan of dichtbij een rivier ligt. Via het water kon de Hoekse Waard eenvoudig in één of enkele dagen worden bereikt. Vanuit Batenburg was het via de rivier nog geen 100 kilometer naar de Hoekse Waard. Het is dus heel goed denkbaar dat de eerste Batenburg via een boottocht over de Maas in Mijnsheerenland is terechtgekomen.


Mijnsheerenland in 2009

De familiegeschiedenis Batenburg begint in 1602 bij Gillis Hendriks (Batenburg), die kleermaker is in Mijnsheerenland en die in conflict raakt met de ambachtsheer, omdat hij illegaal graan heeft vervoerd over de Binnenmaas. De ambachtsheer liep daardoor inkomsten (veergelden en maalrecht) mis; hij vond dat het graan op zijn molen gemalen had moeten worden. Het Hof van Holland beslist dat de molen van de ambachtsheer geen dwangmolen is, maar veroordeelt Gillis wel tot betaling van de veergelden en de helft van de proceskosten.

Als de deurwaarder met een dwangbevel bij Gillis aan de deur staat, weigert hij te betalen. Daarop wordt hij gegijzeld, d.w.z. hij wordt verplicht om voor eigen rekening zijn intrek te nemen in een Haagse herberg tot het geld is betaald. Zo ver komt het niet: Gillis betaalt en daarmee is de zaak beslecht.

Gillis Hendriks Batenburg behoort overigens tot de notabelen van Mijnsheerenland. Zo is hij in 1612 kerkmeester van de Nederlands-hervormde kerk en in 1625 en 1626 armmeester van de Heilige Geestarmen en is hij als zodanig belast met de armenzorg in zijn woonplaats.


Fragment uit het Tienregister van 1619 over Gillis Hendriks Batenburg

Achterkleinzoon Gijsbert Batenburg (1704 - 1772) is de eerste molenaar in de familie. Tussen 1730 en 1753/55 is hij korenmolenaar in Mijnsheerenland. In eerste instantie op een houtwipmolentje, maar al gauw laat hij een stenen molen bouwen, korenmolen 'De Goede Hoop'. Deze molen staat nu nog in Mijnsheerenland.


Korenmolen 'De Goede Hoop' in Mijnsheerenland (2009)

Tussen 1753/55 en 1774 maalt Gijsberts zoon Hendrik op de molen en diens broer Timotheus is tussen 1772 en 1794 molenaar op korenmolen 'De Arkduif' te Zwammerdam.

Rond het midden van de 19e eeuw verplaatst de familiegeschiedenis zich van de Hoekse Waard naar de Bollenstreek. Na de dood van hun vader verhuizen Cornelis Gijsberts Batenburg (1823 - 1894) en zijn jongere broer Gijsbert (1828 - 1855) naar Rijnsburg, waar ze in de Koestraat wonen. Cornelis is arbeider en winkelier. Zijn zoon Leendert (1854 - 1914) vestigt zich als bloembollenkweker in Sassenheim.

Na het overlijden van zijn eerste vrouw Helena hertrouwt Leendert Batenburg in 1881 met Leuntje Smit. Ze krijgen negen kinderen. Eén daarvan is Gijsbertus Batenburg (1886 - 1961). Als Leendert in 1914 overlijdt, neemt Gijsbertus met zijn halfbroer Cornelis en zijn broer Arend het bollenbedrijf over. De Gebroeders Batenburg vestigen zich aan de Oude Haven 9 in Sassenheim.

Alhoewel de vennootschap wordt aangegaan voor een periode van tien jaar en tien maanden, treedt Gijsbertus op 1 januari 1918 na onenigheid met Cornelis uit de firma. Cornelis en Arend zetten het bedrijf voort en Gijsbertus, die inmiddels met Geertruida Spaargaren is getrouwd, vertrekt met zijn gezin naar Engeland. Ze vestigen zich in Feltham (Middlesex), vlakbij Londen. Daar werkt Gijsbertus in de tomatenteelt.
In Engeland wordt dochter Anna (1920 - 1992) geboren. Na enkele jaren keert het gezin terug naar Nederland. Gijsbertus en Geertruida vestigen zich in Lisse, waar Gijsbertus jarenlang als baasknecht bij bollenkweker Nieuwenhuis werkt.

Dochter Anna Batenburg trouwt op 5 november 1942 met Rindert Brandsma. Anna en Rindert zijn mijn ouders.

Op de foto bij deze familiebeschrijving staan Gijsbertus Batenburg en Geertruida Spaargaren met hun dochters Anna (links) en Leuntje. De foto is waarschijnlijk in 1923 genomen.