Familie Spaargaren

De Familie Spaargaren is met de familie Brandsma verbonden via Anna Batenburg, de vrouw van Rindert Brandsma. Anna's moeder was Geertruida Spaargaren.

De familie Spaargaren is een Aalsmeerse familie. Van deze familie heeft de commissie genealogie van de Stichting
'Oud Aalsmeer' in 1989 in deel IV van de reeks de Aalsmeerse Stambomen een complete stamboom opgenomen. De verkorte stamboom die hier als bijlage is bijgevoegd is daarvan afgeleid en is aangevuld met gegevens uit eigen onderzoek.

Over de familie Spaargaren is uit de Aalsmeerse Stambomen onderstaande familiebeschrijving overgenomen:

Oorsprong

Op 18 maart 1607 wordt een akte opgemaakt waarin Jan Jansz Spaargaren verklaart schuldig te zijn aan Pieter Jansz een bedrag van 191 carolus gulden. Dit was voor de aankoop van 'een stuck lants te Burgravenveen'. Voor zover nu bekend is dit de eerste keer dat de naam Spaargaren wordt genoemd. Deze Jan Jansz is overleden voor 1623, want dan wordt zijn vrouw vermeld als Marijtgen Claesdr., weduwe van Jan Jansz. Spaargaren.

Hun zoon Jan en diens nazaten woonden in Burgerveen, aan de rand van de Haarlemmermeer. Vermoedelijk waren zij vissers, want we komen hen sporadisch tegen in de leggers (boeken met lijsten van landbezitters). Door de afkalving van het land door de Haarlemmermeer kwamen de Spaargarens steeds dichter bij Aalsmeer te wonen. Aan het einde van de 18e eeuw vinden we ze op de Uiterweg.


Fragment van de Kaart van Rijnland  uit de Atlas Maior van Blaeu (1665)

De naam Spaargaren

De betekenis van de naam Spaargaren is niet duidelijk. (...) Het stuk Spaar- zou dan wijzen op zuinig omgaan met iets. (...) Het stuk -garen in de naam kan kleermakersgaren, vissersgaren om netten te breien, of het visnet zelf betekenen. De laatste betekenissen zouden overeenstemmen met het vermoeden dat de eerste Spaargarens vissers waren. Het woordje -garen zou ook afgeleid kunnen zijn van het woordje gaarne, graag. (...)

De naam werd vroeger op verschillende wijzen geschreven (...): Spaaregaare, Spaargaaren, Spaargaarn, Spaargeern, Spaegaert, Spaergaer en Spargaren. (...) In Aalsmeer werd en wordt nog steeds Spaargaren vaak uitgesproken als Sparregare(n). (...)

Beroepen

Op een lijst uit 1811 met alle mannen van 23 jaar en ouder in Aalsmeer komen twaalf Spaargarens voor. Bij bijna allen wordt visser als beroep vermeld. Voor velen van hen kwamen de moeilijkheden toen de Haarlemmermeer in 1852 droogviel. Hun visgronden verdwenen. Een aantal bleef vissen op de Westeinderplas en de wateren rond Aalsmeer. Anderen trokken naar Alkemade om op de Kagerplassen verder te vissen. Weer anderen werden teelman of boomkweker. (...)

Godsdienst

Van oorsprong is de familie Doopsgezind. Pas in de 19e eeuw gaan sommige gezinnen over naar de Ned.-Hervormde kerk, vaak onder invloed van de echtgeno(o)t(e).

'Dubbeloppies'

In de genealogie van de familie Spaargaren komen 27 huwelijken voor van een Spaargaren met een Spaargaren. Er werd dan wel gezegd: 'Dat is een dubbelop Spaargaren', vandaar onze term 'Dubbeloppies' voor deze huwelijken. In geen andere genealogie van een Aalsmeerse familie ligt dat getal zo hoog.

Familiewapen

De familie Spaargaren beschikt over een familiewapen, waarvan de beschrijving luidt: 'In blauw een kronkelende aal, paalsgewijs, kop omhoog, van goud. Helmteken: een blauw-gouden vlucht. Dekkleden: goud en blauw. Het wapen verwijst naar het wapen van Aalsmeer en het beroep van de meeste Spaargarens tot de drooglegging van de Haarlemmermeer: palingvisser.

De foto bij deze familiebeschrijving is van Jacob Spaargaren (1826 - 1901) en zijn vrouw Neeltje de Koning (1829 - 1922). Zij trouwen op 28 april 1850 in Aalsmeer, twee jaar voor de drooglegging van de Haarlemmermeer. Jacob is visser en vestigt zich kort na zijn trouwen in Oude Wetering, aan het Braassemermeer. Daar vist hij verder. Later verhuist het gezin naar De Kaag.

Van huis uit Doopsgezind (De Oude Friese Vermaning in Aalsmeer) sluit Jacob zich aan bij de Gereformeerde Gemeente in Lisse. Van 1890 tot 1897 is Jacob diaken. Als gevolg van een scheuring ontstaat in 1897 de Christelijke Gereformeerde Kerk van Lisse. Jacob en zijn zoon Cornelis sluiten zich aan bij de Christelijke Gereformeerde gemeente, waar Jacob ouderling wordt.

Elke zondag loopt hij twee uur van zijn huis naar de kerk in Lisse. Voor de dienst drinkt hij eerst 'een bakkie' bij Cornelis. Fietsen op zondag doet hij niet. 


Cornelis Spaargaren (mei 1937)

Zoon Cornelis Spaargaren (1857 - 1945) woont en werkt in Lisse. Niet meer in de visserij, maar in de bollen. Cornelis is ziekzoeker.

Op 11 november 1880 trouwt Cornelis Spaargaren met Anna Vink uit Andelst. Ze krijgen veertien kinderen, waarvan er zes jong overlijden.
Kind nummer twaalf is Geertruida, ze wordt op 31 maart 1895 in Lisse geboren. Voor haar trouwen werkt ze als kindermeisje.


Geertruida Spaargaren omstreeks 1910

Dan ontmoet ze de negen jaar oudere Gijsbertus Batenburg. Ze krijgen een relatie en trouwen op 4 juli 1917 in Lisse. Gijsbertus heeft met zijn broers Cornelis en Arend een 'bollenkraam' in Sassenheim:
Gebroeders Batenburg, Bloembollenkweekers, Oude Haven 9, Sassenheim. Het is de voortzetting van de kwekerij van hun vader Leendert, die in 1914 plotseling overleed.

Geertruida en Gijsbertus hebben zich inmiddels gevestigd in de Kerklaan 16 te Sassenheim.

De broers krijgen ruzie en Gijsbertus stapt op 1 januari 1918 uit het bedrijf. Met vrouw en kind verhuist hij naar Engeland, waar hij in Feltham (Middlesex), vlakbij Londen in de tomatenteelt gaat werken. Werd dochter Leuntje (1918) nog in Sassenheim geboren, Anna (1920) ziet het levenslicht in Engeland.


Van links naar rechts Leuntje, Anna en Geertruida (1923)

Feltham ligt letterlijk onder de rook van Londen. De smog is soms zo dicht dat Geertruida in haar handen moet klappen om Leuntje en Anna, die buiten spelen, te waarschuwen dat ze thuis moeten komen. Geertruida heeft veel last van de rook en krijgt vaak keelontsteking. De dokter raadt haar aan uit het gebied te verhuizen. Dan besluiten ze terug te keren naar Nederland. Het gezin vestigt zich in Lisse, waar Gijsbertus de rest van zijn leven als baasknecht bij een bollenbedrijf werkt. Ze wonen achtereenvolgens op Heereweg 73, Wilhelminastraat 6, Wilhelminastraat 2, Wagenstraat 31 en Kanaalstraat 164.

In Nederland worden nog vier kinderen geboren.

In 1942 trouwt Anna Batenburg met Rindert Brandsma.