Johannes Jacobs Brandsma (IXd) is de zoon van Jacob Scheltes Brandsma en Johanna Spoel.
Hij trouwt op 1 juni 1929 in Wolvega met Katharina Franziska Aretz. Ze krijgen negen kinderen.
Johannes en zijn broer Gerben, beiden wonend in Peperga, staan op 23 november 1923 voor de rechter in Leeuwarden. Ze worden beschuldigd van bedreiging met zware mishandeling respectievelijk poging tot zware mishandeling. Beiden worden vrijgesproken. In 1909 was Johannes al eens tot een maand gevangenisstraf veroordeeld wegens mishandeling.
Op 27 oktober 1916 verkopen de weduwe en kinderen van Jacob Scheltes Brandsma een huis met grond te Peperga voor ƒ 1.000,-- aan Evert Annes Terpstra te Steggerda. Op 18 december 1916 koopt Johannes met zijn broers Petrus en Gerben voor ƒ 445,-- een perceel heide te Blesdijke van Jan Tolsma. Op 2 juli 1917 lenen de drie broers ƒ 1.000,-- van de Algemeene Friesche Hypotheekbank N.V. (obligatie). Op 15 januari 1919 verkopen Petrus en Gerben aan Johannes 1/3 deel in een huis met grond te Blesdijke voor ƒ 1.333,--. Op 1 maart 1920 leent Johannes ƒ 1.600,-- van de Algemeene Friesche Hypotheekbank N.V. (obligatie). Op 14 februari 1921 verkoopt Johannes voor ƒ 3.850,-- een huis met grond te Blesdijke aan Auke Oosten te Velp. Op 2 mei 1923 leent Johannes ƒ 2.700,-- van Lammert de Boer te Wolvega (hypotheek). Op 2 februari 1924 verkoopt Johannes voor ƒ 4.200,-- onroerend goed te Peperga. Op 3 september 1924 verkoopt Johannes voor ƒ 2.852,-- twee huizen te Peperga aan Lammert de Boer te Wolvega.