Volkshogeschool Allardsoog (1937)

Als Rindert Brandsma in maart 1937 uit dienst komt, probeert hij werk te vinden. Het zijn de crisisjaren en het lukt hem niet. Een half jaar lang werkt hij als volontair bij een accountant in Heerenveen. Zijn enige verdienste is een dagelijks glas melk bij zijn brood. Rindert vindt het geen leuk werk en moet uiteindelijk weg. In zijn boek Herinneringen uit mijn leven schrijft hij:

Gelukkig was er in Bakkeveen een Volkshogeschool. Van de Coöperatie kreeg ik de kans daar een paar weken naartoe te gaan. Samen met een jongen uit Lemmer op de fiets erheen. Daar had ik een mooie tijd.
Ik ontmoette daar Oom Jarig van der Wielen en zijn neef, de latere Dr. Van der Wielen en ook de latere Prof. Dr. Reiling. 's Morgens werkten we wat op het veld of aan de wegen en 's avonds waren er sprekers. Het was dan ook een soort studiecursus. 's Zondagsmorgens hield Oom Jarig altijd een praatje. Dan waren sommigen naar de kerk. Daarna dronken we met elkaar koffie. Er werd veel gezongen, allemaal leuke kampliedjes. Een jaar later ben ik er nog eens een paar maanden geweest. Toen heette het een werkkamp. Ik kreeg er ook wat zakgeld: f. 1,75 in de week.
Er werd toen al veel aan buurthuiswerk gedaan. De streek was erg arm. De grond bestond uit zand met veel oer erin. Er woonden alleen maar keuterboertjes. Voor bemesting van de grond verbouwden ze lupine. Die plant heeft aan zijn wortels stikstofbolletjes. Later kwam er in Heerenveen een Centrale Werkplaats, zoals die heette. Jonge werklozen konden daar heen om een vak te leren, of om zich te laten omscholen. Je kreeg er wat zakgeld.

Op de foto Rindert Brandsma achterin zittend tussen de twee staande mannen.


Rindert Brandsma staand, 7e van rechts


Aardappels schillen


Rindert lezend in het veld