Anna Batenburg (omstreeks 1938)

Portret van Anna Batenburg op ongeveer 18-jarige leeftijd. Een jaar later ontmoet ze Rindert Brandsma. Anna werkt als dienstmeisje en kindermeisje bij de familie Zaneveld in Lisse. Over hun eerste ontmoetingen schrijft Rindert in zijn boek Herinneringen uit mijn leven later:

In de erker van het hoekhuis achter me was een meisje aan het afstoffen. Ze droeg een groot wit schort. Zeker de dienstbode, peinsde ik. Ze keek in mijn richting. Ik knipoogde tegen haar, maar ze gaf geen sjoege. 'Nou, dan niet', dacht ik. 'Geen handvol, maar een landvol', zou Heit gezegd hebben. (...) Op een eikenhouten bank voor het orgel zat een meisje van ongeveer 18 jaar. Donkerbruine ogen als kooltjes vuur priemden in mijn richting. Haar bijna zwarte haar zat plat op d'r hoofd gedrukt, scheiding in het midden, rol in de nek. Wat een ouderwets gedoe. Mijn zusters hadden kort haar en krulden dat zelf met een tang, die ze in het vuur staken. (...) Ongemerkt keek ik nog eens in de richting van dit meisje. Gek toch, had ik haar niet eerder gezien? Maar waar dan toch? Wacht eens, was dat niet dat meisje met de witte schort in die erker? Toen gaf ze geen sjoege. Ja, ze was het vast! Ik zag het goed. Ze herkende mij zeker ook, want ze keek nog eens in mijn richting.

Anna Batenburg en Rindert Brandsma trouwden op 5 november 1942 en waren bijna 50 jaar gelukkig getrouwd toen Anna in 1992 na een ziekbed van een half jaar overleed.


Anna als dienstmeisje