Jan Dijkstra (IXx)

Geboortedatum: 
8 februari 1906
Geboorteplaats: 
Joure
Sterfdatum: 
27 juli 1985
Sterfplaats: 
Schagen

Jan Dijkstra (IXx) is de zoon van Lipkje Jans Brandsma en Thijs Dijkstra.

Omdat zijn vader al vroeg overlijdt, wordt hij opgevoed door zijn stiefvader Jetze Kerkstra.


v.l.n.r. Jetze Kerkstra, Lipkje Jans Brandsma en Jan Dijkstra

Jan werkt als journalist in Sneek en Den Helder. Daarnaast publiceert hij onder het pseudoniem Sjoerd Spanninga gedichten. Hij groeit uit tot een vooraanstaand Fries dichter. In 1951 wint hij met zijn bundels Spegelskrift (= Spiegelschrift; 1949) en Núnders (= Zandschelpen; 1950) de Gysbert Japickx-prijs. Jan accepteert de prijs, maar komt bij de uitreiking niet opdagen. Dat veroorzaakt een relletje.
Zijn groot poëtisch oeuvre neemt binnen de Friese literatuur een unieke plaats in door de rijke fantasie van de dichter, zijn oorspronkelijkheid, zijn exotische beelden en mystieke inslag.


Jan Dijkstra (Sjoerd Spanninga)

Een beroemd gedicht van Spanninga is Indian summer:

‘De jûn, / In readhûd, / Sit foar de wigwam fan de nacht te smoken, / En rikket de prairy en de bosken fol skimer. / Dan nimt er syn rûnstjûnige kano, / De moanne, / En set koerts oer de grutte stjerrestream / Nei de blinkende mar fan de moarn, / Dêr’t de himel syn frede yn spegelt.’

In 2007 zijn de gedichten van Sjoerd Spanninga in het Nederlands vertaald en gepubliceerd onder de titel Indian Summer. Hieronder één van de gedichten:

Romance

Ergens uit de donkerste oorden van het hart
loopt een rivier door bergen van lijden en dode woestenijen,
maar verderop, bij de watervallen,
bloeit het leven al langs de oevers,
en uit de instincten van miljoenen jaren
en de begeerten van de wildernis
worden de teerste verlangens wakker,
tot ze de bomen en beesten omarmen als broeders en zusters;
de driften, die hun nagels uitsloegen als panterklauwen,
de felle jagers in roofdierhuiden, met de álziende ogen van de nacht,
ze liggen versuft neer onder groene schemeringen en gouden glinsters,
het wiegelend blad van de morgen;
en waar een zuchtje dwarrelt door het hout en 't gras beademt,
strijkt de stilte driest over het spoor van hun prenten,
want de dag ontwaakt over de steppen van de geest.

http://www.dbnl.org/auteurs/auteur.php?id=span006